Klas 3 Onderzoeksproject. Opdrachtgever: Hersenstichting.
Het aantal leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs met een dyslexieverklaring nam de laatste jaren toe. Ook zijn er aanzienlijke verschillen tussen scholen in het aantal leerlingen met een dyslexieverklaring.
Deze ontwikkeling riep de vraag op naar verklaringen voor die verschillen tussen scholen en de verschillen in toegang tot dyslexiezorg op basis van sociale achtergrond van leerlingen. Heel opmerkelijk is de flinke stijging in het aantal dyslexieverklaringen in de brugklas van het voortgezet onderwijs (vo) ten opzichte van het einde van de basisschool. In het voortgezet onderwijs heeft uiteindelijk 14 procent van de leerlingen een dyslexieverklaring.
Veel mensen weten niet precies wat dyslexie en dyscalculie inhouden. Hierdoor worden kinderen die deze hersenaandoening hebben niet goed begrepen en ondersteund. Het is goed om te weten hoe vaak dyslexie en dyscalculie voorkomen, zodat ouders en leraren hier alerter op kunnen zijn. Hiervoor is het ook goed te weten wat dyslexie en dyscalculie precies inhouden, wat de symptomen zijn en hoe kinderen met dyslexie of dyscalculie geholpen kunnen worden. Als deze informatie beter beschikbaar is (=voorlichting), is dit een eerste stap richting het herkennen en erkennen van kinderen met deze hersenaandoening. Deze informatie is nu nog te summier beschikbaar op de website van de Hersenstichting. De stichting wil graag dat kinderen dus zelf een bijdrage leveren (bijvoorbeeld op een aparte jongerenpagina) om het probleem inzichtelijk te maken, voor een beter begrip over de aandoening, en hoe kinderen daar beter mee om kunnen gaan. De leerlingen van klas 3 voeren dit onderzoek uit op hun eigen school.